Op 18 april 1912 werd Hortus opgericht in Huize Tas op het Rapenburg, in de oude joodse buurt, door onder anderen de zeer jeugdige David Wijnschenk en Nathan Nikkelsberg. De oprichting had nogal wat voeten in de aarde, herinnerde Nikkelsberg zich in 1948: “Er waren geen centen voor een vergaderzaaltje. Geen nood echter, want had ik niet een gouden ringetje? Op aanraden van Wijnschenk bracht ik dit naar ‘Ome Jan’ (de lommerd) en de centen voor de zaal waren er.”
De clubkleuren van Hortus waren zwart en wit. Volgens de ledenlijst van 1927-1928 bestond het officiële ‘clubcostuum’ uit: “Trui: zwart-wit vertikaal gestreept, broekje: zwart, kousen: zwart.”. Sinds 1924 speelde Hortus op een terrein aan de Röntgenstraat.
De club begon in de Amsterdamse Volks Voetbal Bond (AVVB) en stootte in 1915 via het kampioenschap van de eerste klasse van de Amsterdamse Voetbal-Bond door naar de NVB. Vier jaar later werd Hortus kampioen van de derde klasse E van de grote bond. Opmerkelijk detail, Wilhelmina Vooruit eindigde als laatste met 0 punten en doelcijfers 3-93! Hortus won de thuiswedstrijd tegen Wilhelmina Vooruit op 6 april 1919 met maar liefst 12-0.
Hortus promoveerde naar de tweede klasse, destijds het op één na hoogste voetbalniveau van Nederland. Bobo Lo Brunt, secretaris van de KNVB, herinnerde zich Hortus nog goed. In de jubileumuitgave ter gelegenheid van het veertigjarig bestaan van HEDW in 1953 schreef hij: “Als de dag van gisteren herinner ik me mijn eerste tocht in De Meer, toen ik o.a. zag waar Hortus haar triomfen vierde. In die dagen was Hortus nl. een club, die er mocht zijn, een sterke tweedeklasser.”
De bekende scheidsrechter H. Boekman noemde Hortus in dezelfde publicatie ‘een oude club die je niet licht vergeet’: “Een van mijn eerste wedstrijden bij de AVB was bij Hortus 2. Later een wedstrijd Hortus-Rapiditas op een angstig klein veld, maar gezellig. Ik zie ze voor mij, de leden van de familie Toffie, Aldewereld e.a. De ijverige secretaris Simon Aldewereld, Duits en hoe ze allen mogen heten. Ik zie ze nog staan, de opgewonden familie-leden, supporters, buurtgenoten, als een van de hardhandige smakkers zelf potig werd behandeld. Hoeveel doden moet ik reeds gestorven zijn, als ik tegen Hortus in mijn onschuld een buitenspel goal toekende, en ik moest na afloop die verwijtende en dodende blikken doorstaan.”
In het eerste seizoen in de tweede klasse eindigde Hortus als derde. Het was de hoogste notering op dat niveau. In 1923 degradeerde Hortus naar de derde klasse, waarin het geen potten kon breken. In het seizoen 1929-1930 eindigde Hortus als laatste met negen punten uit achttien wedstrijden. Hortus redde het vege lijf door de promotie/degradatiestrijd te winnen van EVC uit Edam. Met het sportieve niveau daalde het ledental. Ten tijde van de fusie met E.D.W. in 1931 telde Hortus nog slechts 35 leden.
Bron: Jongens, vol illusies en idealen WV-HEDW 1908-2008, deel 1 Drie mooie geboorten, 1908-1945, p. 133-141