Onlangs verscheen van de hand van Govert van Brakel een biografie over Han Hollander, de man van de eerste live-verslagen op de radio van voetbalwedstrijden die daarmee voor de oorlog uitgroeide tot een nationaal bekende persoonlijkheid.
In deze biografie ook aandacht voor de eerste pogingen om vrouwenvoetbal van de grond te krijgen. Wist u dat in 1933 (!) op een bovenzaaltje van het ons aller bekende café Frankendael aan de Middenweg de Eerste Amsterdamsche Dames Voetbalclub (EADV) werd opgericht? Hoe reageerden de KNVB en opperbaas Karel Lotsy op deze initiatieven?
Het is te lezen in dit hoofdstuk van de biografie dat wij met toestemming van de uitgever mogen publiceren:
Vrouwen in voetbalbroeken
Voetbal is een mannenzaak. Natuurlijk luisteren de dames, jong en oud, naar de reportages van Han Hollander. Ze genieten van de spanning die hij oproept tijdens een wedstrijd, maar naar een stadion gaan ze niet, laat staan dat ze zelf tegen een bal trappen. Hollander maakt hen wel nieuwsgierig. En zo gaat het vuur branden bij de 20-jarige, ongetrouwde Tine Harryvan uit Amsterdam. Ze zou ook wel willen voetballen. Haar moeder weet niet wat ze hoort. ‘Kind toch, dat is echt uit den boze.’ Voetbal voor vrouwen is geen nieuw verschijnsel. Vanaf het eind van de negentiende eeuw zijn ze al her en der in het land gaan voetballen. In 1932 richten Haagse kantoor- en winkelmeisjes een vereniging op die ze Chelsea noemen, naar de gerenommeerde grote broer uit Engeland. Van een competitie is nog geen sprake, af en toe spelen ze tegen junioren van bestaande clubs, op een echt veld. De KNVB ziet het met afgrijzen aan. Lotsy is een uitgesproken tegenstander. In het veelgelezen weekblad Revue der Sporten schrijft hij:
“Van harte hoop ik, dat geen onzer clubs haar terreinen voor dit onwezenlijke gedoe zal afstaan. Beter nog: laten de meisjes zelf inzien dat zij deze zotte gril ten spoedigste maar moeten vergeten”
Lotsy verwoordt wat velen denken. Harryvan weet het. Ze roeit tegen de tijdgeest in, maar zet gewoon door. Om het initiatief van de grond te krijgen is het zaak om een machtige bondgenoot te vinden. Zou Han Hollander van de radio bereid zijn om in zijn Sportpraatje haar plannen uit te venten? Zijn microfoon is een machtig wapen in haar emancipatiestrijd. Hollander twijfelt, maar realiseert zich dat hij eerder, ook na aanvankelijke aarzeling, voorstander werd van de toelating van vrouwen op de atletiekbaan. Waarom dan niet in het voetbal? In de uitzending doet hij er een schepje bovenop. Harryvan heeft liever niet dat getrouwde vrouwen zich aanmelden als lid, het gezin mag niet lijden onder de voetballerij, is haar opvatting. Onzin, zegt Hollander: ‘Trouwen is geen misdaad.’ Opgetogen stapt de voetbalster na de uitzending in de trein naar Amsterdam. De uitzending is een groot succes geweest. Tientallen meisjes uit Amsterdam melden zich aan. Ze zijn er allemaal bij als Harryvan een weekje later in het gezellige vergaderzaaltje van Café Frankendael aan de Amsterdamse Middenweg EADV opricht, de Eerste Amsterdamsche Dames Voetbalclub. Over de toetreding van gehuwde speelsters wordt lang gediscussieerd. Besloten wordt tot een strenge selectie. Moeder mag alleen op voetbal als het gezin het goed vindt, en voor iedereen geldt: de vereniging is niet bedoeld voor vrouwen die op voetbal gaan om overtollige kilootjes kwijt te raken. Die dames worden doorverwezen naar een vermageringsinstituut. Het gezelschap kiest unaniem voor een blauw tenue, maar dat is niet voor de eeuwigheid. Als een andere kleur in de mode komt dan stappen ze graag over. Voor heren blijft de deur gesloten. Lid worden is er niet bij. Geld geven mag wel, donateurs van het mannelijk geslacht zijn van harte welkom. Een mannelijke scheidsrechter wordt gedoogd tot aan het moment waarop een vrouwelijke arbiter met dezelfde kwaliteiten de rol van spelleider over kan nemen. De Telegraaf schrijft: ‘Zo heeft Amsterdam zijn damesvoetbalclub. Het schijnt te behoren bij de moderne tijd. De man zal zich daarbij neer moeten leggen.’
Vooralsnog halen de bestuurders van de KNVB er hun schouders over op. Ze zijn weliswaar mordicus tegen de introductie van voetbal voor vrouwen, maar de plaatselijke initiatieven zijn te gering in aantal om je er druk over te maken, laat staan om ze te verbieden. Wel zal Lotsy Hollander vragen om geen aandacht meer te schenken aan het fenomeen. In 1934 verandert de bond echter opeens radicaal van koers. Aanleiding is een wedstrijd die een dameselftal in de zomer van dat jaar wil spelen op het terrein van ONA in Gouda. De bondsbestuurders zijn verbolgen. Wat denken die dames wel niet! Voetbal is geen geschikte sport voor vrouwen. Aan hun vergadertafel komen ze woorden tekort om hun afkeer te onderstrepen. Hier moet een dam tegen worden opgeworpen. Secretaris Staal notuleert krachtige uitspraken. Het gezelschap zoekt een stok om de hond te slaan. De Medische Commissie van de Bond zal onderzoeken of voetbal geschikt is voor dames. Wanneer het antwoord negatief uitpakt, mogen de clubs die zijn aangesloten bij de KNVB hun terreinen niet langer ter beschikking stellen aan vrouwen die willen voetballen. Met een kelkje jenever in de hand klinken de heren vast op een goede uitkomst. Maar dat valt tegen. De commissie vindt geen bewijs voor de stelling dat voetbal voor vrouwen op medische gronden moet worden afgewezen. Wel bestaat de mogelijkheid ‘dat bij wat stevige beoefening kwetsuren kunnen optreden bijvoorbeeld van de gevoelige vrouwenborst’. Erelid en oud-voorzitter Kips legt zich niet neer bij de nederlaag. Hij krijgt zijn medebestuurders zover dat zij zich aansluiten bij een boycot van het vrouwenvoetbal. Het gevolg is dat de vrouwen vrijwel nergens meer een veld vinden waar ze hun sport kunnen beoefenen. Pas in 1971 krijgen ze een volwaardige plaats binnen de voetbalbond.
De biografie is uitgegeven door Balans en verkrijgbaar bij de betere boekhandel en via de bekende online kanalen.