• Uit de rijke geschiedenis van WV-HEDW, aflevering 2: Jan van Diepenbeek

  • De ‘lichtgewicht-rechtsback met de grote uilenbril’, oud-voetbalinternational en WV’er Jan van Diepenbeek (1903-1981)

    Hoeveel internationals heeft WV-HEDW, inclusief zijn voorgangers, in de gelederen gehad? Een strikvraag want je ziet allicht de vijf internationals over het hoofd die speelden voor de honkbalafdeling van de club, die in de jaren 1959-1964 drie seizoenen acteerde op het hoogste niveau, de landelijke hoofdklasse: Jan Schreuders, Peter van ’t Klooster, Arnoud Blom, Jan-Dick Leurs (na zijn actieve carrière negen jaar succesvol bondscoach van de honkballers) en Ruud Geestman (later betaald voetballer bij Go Ahead en Telstar). Ook Cor van Dijk werd twee keer geselecteerd voor het Nederlands negental, hij trainde mee maar deed geen enkele interland mee. En dan was er nog voetballer en honkballer Dummy Smit. Hij speelde niet in het Nederlands honkbalteam maar was van 1950-1964 ijshockey-international! (Jongens vol illusies en idealen WV-HEDW 1908-2008, deel 2, Honkbal HEDW en WV-HEDW 1952-1964, p.p. 399-470)

    Onze club had ook twee voetbalinternationals in de gelederen: Cor van der Hoeven en Jan van Diepenbeek. Cor van der Hoeven speelde als Ajacied in 1950 drie interlands. In februari 1952 meldde hij zich aan als lid van Wilhelmina Vooruit, niet omdat het gras bij ons groener was dan bij de buren. Jan van Diepenbeek werd weliswaar ook international toen hij bij Ajax speelde maar hij was een ware WV’er, een echte clubman.

    Jan Antonie van Diepenbeek werd geboren op 5 augustus 1903 in Uitgeest (en niet in Utrecht zoals in De Internationals. De Historie van Oranje uit 1999 en op Wikipedia wordt vermeld) als zoon van Johannes Franciscus van Diepenbeek en Adriaantje Cornelia Bander. Als peuter verhuisde hij met zijn ouders naar Amsterdam. Zijn broer Johannes Franciscus werd daar geboren op 14 juni 1906. Het gezin woonde aan de Laagte Kadijk op nummer 11. Nadat hij de MULO had afgerond, werkte Jan als kantoorbediende.

    Op twaalfjarige leeftijd ging Jan voetballen bij Wilhelmina Vooruit. Op zijn vijftiende maakte hij zijn debuut in het eerste. Hij blonk jarenlang uit bij Wilhelmina Vooruit als verdediger ondanks zijn geringe lengte, hij mat slechts 1.69. Ook was hij al jong brildragend. In 1926 stapte Jan op aandringen van zijn aanstaande vrouw Grietje Gras over naar Ajax. “Na acht jaar ‘dienst’ in dat elftal , vroeg mijn vrouw, die nooit een zondag oversloeg om naar mij te kijken, plotseling op een dag of ik zin zou hebben in dat ‘grote’ Ajax te spelen?”, zei hij in 1950 tegen Sportparade, sportblad voor Haarlem en omgeving (20 en 27 juni). Zijn vrouw voegde er onmiddellijk aan toe: ‘Op de tribune hoorde ik vaak zeggen: Die Jan is toch een geboren achterspeler. Hij kan het beslist nog ver brengen. Waarom gaat hij niet naar een grotere vereniging b.v. naar Ajax’. Van Diepenbeek sprong weliswaar niet direct over, want hij voelde er aanvankelijk niet zo heel veel voor. ‘Maar ten slotte won de overredingskracht van mijn vrouw’.” Jan en Grietje trouwden op 16 juni 1927. Zij kenden elkaar al van de lagere school. Zij kregen één zoon, genaamd Jan, geboren in 1933. Het gezin huisde aan de Middenweg, op 229 2 hoog.

    Hoewel hij zich had aangemeld voor het derde elftal van Ajax, speelde hij het eerste seizoen steevast in het tweede. Op 29 september 1929, hij was al 26, kreeg hij zijn eerste kans als basisspeler in de thuiswedstrijd Ajax-Excelsior in Het Houten Stadion*: “Eindelijk had ik mijn wedstrijd op het hoofdveld, waar mijn eerzucht al zo lang om had gevraagd. Toen was ik pas tevreden -al zou het op die ene wedstrijd op het hoofdveld zijn gebleven. Mijn debuut was goed, misschien wel omdat de toenmalige voorzitter Frans Schoevaart op de trainingsavond te voren had gezegd: ‘Moet dat jongetje zondag rechtsback spelen?’. Maar ik had vertrouwen in mezelf en bovendien: Jan de Boer in doel, Van Kol naast me en Anderiessen voor me! We wonnen met 3-0.”, herinnerde hij zich in het interview met Sportparade. Maar Jan wilde en kreeg meer. Hij verdween niet meer uit de basis. Tussen 1929 en 1939 speelde hij in totaal 211 competitie- -en 83 vriendschappelijke wedstrijden in het eerste waarin hij 20 doelpunten maakte. Hij werd met Ajax vijf keer landskampioen, in 1931, 1932, 1934, 1937 en 1939. Jan was jarenlang aanvoerder van het Amsterdams elftal.

    Via selectiewedstrijden drong hij ook door tot het Nederlands B-elftal. Op 10 december 1933 debuteerde Jan op 30-jarige leeftijd in het grote Nederlands elftal dat in het Olympisch Stadion in Amsterdam met 0-1 verloor van het toenmalige ‘wonderteam’ Oostenrijk. Ondanks de nederlaag kreeg Jan een lovende pers voor zijn ‘prachtige backpartij’. Sportparade citeerde een krantenknipsel uit de oude doos: “Weinig spelers zullen op zo’n schitterend debuut op de zo verantwoordelijke rechtsbackplaats kunnen terugzien als Van Diepenbeek. Deze Amsterdammer heeft zich in deze wedstrijd laten kennen als de man voor grote gebeurtenissen. Hij speelt voor Ajax verdienstelijk, doch voor het Nederlands Elftal uitmuntend. Van Diepenbeek heeft onze verwachtingen verre overtroffen”. Elders in de pers heette Jan ‘een snelle agressieve back –geen geweldige technische verdediger overigens- wiens debuut uitstekend uitpakte. Een fout van betekenis hebben we hem niet zien maken en bij zijn wegwerken heeft hij zich gelukkig aan het consigne gehouden: weg met dien bal!’ (De Internationals. De Historie van Oranje, p. 78) Zelf zei Jan er over: “In die wedstrijd tegen Oostenrijk heb ik mijn top-vorm kunnen bereiken, omdat die lui perfect technisch speelden. Die aanvallen moest je vooral met je ‘hersenen onderbreken’. Lichaamskracht zou niets tegen die razendsnel rekenende voorhoede hebben uitgericht.”Hij maakte ook op de tegenstanders zodanig indruk dat hem door een Oostenrijkse club zelfs een profcontract werd aangeboden.

    Na zijn glanzend debuut speelde Jan nog drie interlands. Op 11 maart 1934 werd er in Amsterdam met 9-3 gewonnen van België met vijf doelpunten van Feijenoorder Leen Vente. Op 4 november 1934 won hij met Oranje in Bern met 2-4 van Zwitserland. Zijn vierde en laatste interland speelde Jan op 17 februari in Amsterdam tegen Duitsland, uitslag 2-3. Achteraf klaagde Jan in het interview met Sportparade dat hij zo laat debuteerde omdat zijn chef op kantoor ‘zo zakelijk en zo anti-sport’ was dat hij nooit vrij kreeg als hij midden in de week voor een proefwedstrijd op reis moest: “Als die chef wat soepeler was geweest, had ik vier jaar eerder in het Nederlands Elftal gespeeld”.

    Na zijn periode bij Ajax kwam Jan in 1939 terug bij Wilhelmina Vooruit als speler-trainer. In 1941 stopte hij noodgedwongen. Wilhelmina Vooruit hield op met voetballen nadat het joden door de Duitse bezetters verboden werd om sportinrichtingen te betreden. Drie jaar na het einde van de oorlog kwam Jan terug bij de club. Voorafgaande aan het seizoen 1948-1949 kondigde het bestuur een ‘train-campagne’ aan ‘onder leiding van voormalig international en oud-WV’er Jan van Diepenbeek onder het motto vreemde ogen dwingen’ maar het hielp niet. Wilhelmina Vooruit degradeerde naar de eerste klasse AVB. Het seizoen daarna maakte Jan zijn rentree in de hoofdmacht van Wilhelmina Vooruit. De WV-Revue schreef: “Verleden jaar toen we degradeerden, kwam Jan bij ons. ‘We zullen weer naar de KNVB terug’ zei ie, ‘en ik help een handje mee’. Zodat-ie op 46-jarige leeftijd ’s zondags weer op de rechtsbackplaats staat of-ie er nooit vandaan is geweest. En het genoegen smaakt dat ‘zijn elftal’ -hij is natuurlijk aanvoerder- nog ongeslagen is. Zou z’n voorspelling dan toch uitkomen?” Oud-lid Hans Aussen, zoon van erevoorzitter Louis, kon zich Jan jaren later nog helder voor de geest halen: “Een heel mager mannetje was dat. Hij was altijd heel voorzichtig met spelen. Hij had nooit een blessure. ”

    Wilhelmina Vooruit werd kampioen, maar dat betekende niet direct promotie. Daarvoor moesten promotiewedstrijden worden gespeeld. Sportparade sprak Jan en zijn vrouw aan de vooravond van de strijd om ‘rentréé in de KNVB’. “’Ik vecht voor honderd procent mee’, zei Van Diepenbeek. Daarom zat die 47-jarige ‘jongen’ op die canapé een paar nieuwe voetbalschoenen aan te passen. Vindt U zo iemand geen unicum?” Sportparade ging op zondag 25 juni met eigen ogen zien hoe het met de vorm van Jan was gesteld bij de met 3-0 gewonnen promotiewedstrijd tegen de Amsterdamse voetbalclub Fokke*: “Dat hebben we met plezier gedaan. Want het is opmerkelijk hoe perfect deze 47-jarige zijn techniek heeft geconserveerd. Nog altijd trapvast, met zuivere passes en feilloos geplaatste vrije schoppen. De snelheid mag er dan af zijn, met zijn handigheid en scherpe kijk op de bal, kost het de beste voorhoedespeler nog steeds veel moeite hem voorbij te komen. Kortom –nog altijd een grote steun voor Wilhelmina Vooruit, waarin hij na zijn jarenlange Ajax-periode is teruggekeerd. ‘Als mijn gezondheid het toelaat, speel ik op mijn vijftigste jaar nog.’, beloofde Jan. En dat meent hij serieus.”

    Wilhelmina Vooruit streed uitgerekend met zusterclub HEDW, dat onderaan geëindigd was in de vierde klasse van de NVB, en Zaanlandia uit Zaandam om twee plaatsen in de vierde klasse. De beslissende wedstrijd op neutraal terrein op 30 juli 1950 was tegen HEDW. Eerder in de promotiestrijd had Jan van Diepenbeek Wilhelmina Vooruit thuis tegen HEDW uit een vrije trap op de valreep een gelijkspel bezorgd: 2-2. In de beslissende wedstrijd had Wilhelmina Vooruit genoeg aan een gelijkspel. De wedstrijd kreeg een dramatisch verloop. Jan van Diepenbeek raakte al vroeg in de wedstrijd geblesseerd: “Nauwelijks was het eerste kwartier om of Van Diepenbeek werd door een trap tegenzijn kuitbeen uitgeschakeld. Harry Bos -de bekende Amsterdamse bokser- masseerde het been met de grootste zorg, maar die bleef weigeren. In angstige spanning wachtte W.V. op de terugkeer van zijn aanvoerder en steunpilaar. Men wachtte en wachtte met een reservespeler. W.V. speelde met tien man de eerste helft uit. Misschien zou het na de rust gaan. Maar het been bleef weigeren. Van Diepenveen kwam niet meer terug.” In de tweede helft sloeg het noodlot toe. Sportparade deed verslag: “Zelden zal een voetbalwedstrijd in ons land zo tragisch geëindigd zijn als zondagavond op het Amsterdamse TOG-terrein, waar de beslissende promotie-degradatie wedstrijd HEDW-Wilhelmina Vooruit het seizoen 1949-1950 eindelijk zou afsluiten. Negen minuten na rust overleed op het middenveld -tot ontsteltenis van de duizenden toeschouwers- de scheidsrechter J. van Waalwijk van Doorn. De dood had een einde gemaakt aan een mensenleven en aan een voetbalwedstrijd tegelijkertijd. Vijf minuten voor zijn overlijden kende de heer Van Waalwijk van Doorn nog een strafschop toe aan HEDW. Wat is een mensenleven toch broos!” Door de benutte strafschop kwam HEDW op een 2-1 voorsprong. Bij die stand werd de wedstrijd gestaakt. De wedstrijd werd niet meer uitgespeeld. De KNVB vond ten slotte voor zowel Wilhelmina Vooruit als HEDW naast Zaanlandia een plek in de vierde klasse NVB. Als kers op de kaars won Wilhelmina Vooruit ter afsluiting van het succesvol seizoen het algemeen kampioenschap van de AVB door een 8-3 zege op het Uithoornse VDO.

    Voor Jan van Diepenbeek betekende de noodlottige wedstrijd tegen HEDW op 47-jarige leeftijd het einde van zijn actieve voetballoopbaan. Hij had maar kort plezier van zijn nieuwe voetbalschoenen. Als in het seizoen 1951-1952 de torenhoge verwachtingen binnen Wilhelmina Vooruit -‘op naar de derde klasse’- niet waar worden gemaakt, vraagt het bestuur hem als adviseur van de elftalcommissie. “Jan zal dus zijn oordeel uitspreken over de gemaakte fouten of gevolgde dan wel te volgen tactiek, waarmee dan tevens een einde komt aan het onderling gecritiseer. Als oud-Nederlands-elftalspeler, die jarenlang serieus heeft getraind, kent Jan het spel van A tot Z, en we hopen dan ook dat onze jongens zijn opmerkingen op juiste wijze weten te waarderen.“, schreef clubblad Onze Revue. Het seizoen daarop stond Jan van Diepenbeek als trainer voor de groep. Na een seizoen was hij weer weg: “Wegens geldgebrek had het bestuur namelijk besloten ‘de trainingen door een beroepstrainer te laten vervallen’” Aldus verdween Jan van Diepenbeek uit de annalen van Wilhelmina Vooruit.

    Op 17 december 1979 verhuisde Jan naar Den Helder. Daar overleed hij op 8 augustus 1981, drie dagen na zijn 78e verjaardag.

    * Het Houten Stadion was de voorganger van Stadion De Meer. Het lag ongeveer op de plek van het huidige Christiaan Huygensplein aan de Middenweg.

    **Voetbalvereniging Fokke werd in 1924 opgericht door enkele bewoners uit de Fokke Simonszstraat. In 1974 fuseerde de club met v.v. Oosterpark tot SC Overamstel. De grote Cor van der Hart, die later als stopperspil succesvol was bij Ajax, Lille, Fortuna ’54 en het Nederlands elftal, speelde in zijn jonge jaren bij Fokke.

    Jos van Meeuwen