In juni 1906 richtten Louis Aussen (14) en Martijn Sajet (13) samen met zes vriendjes van de HBS hun eigen voetbalclub op onder de merkwaardige naam Uitspanning Door Inspanning (UNI). Sajet zei daar later over: “Het tegengestelde van inspannen is uitspannen dachten wij als schooljongens, maar uitspannen doe je met paarden.” De contributie werd vastgesteld op 2 cent per week. Een van de huisregels luidde: “De spelers mogen elkaar tijdens de wedstrijd geen kwetsende taal toespreken.” Een jaar na de oprichting ging UNI samen met Sparta, een club van iets oudere jongens die beschikten over ‘echte goalpalen’. Zo ontstond in 2007 de nieuwe club Unie Sparta Combinatie (USC). Omdat het niet boterde tussen de twee geledingen, traden ‘de oude Unie-menschen’ uit als lid en richtten op maandagavond 25 mei 1908 een nieuwe vereniging op onder de naam Wilhelmina. De oprichters waren Louis Aussen (voorzitter), Martijn Sajet (secretaris-penningmeester), Piet Mantel, Mau Wijnberg, Hers Cauveren, Arnold van Moppes en Sjim de Vries.
De clubkleuren waren blauw en wit. De eerste aanschaf was ‘een echte voetbal’. Aanvankelijk werd er gespeeld op een grasveldje in het Oosterpark. Daarna op een stukje zand, waar nu de Linnaeusparkweg uitkomt op de Linnaeuskade. Weer later bij de voormalige Parkschouwburg, waar nu korfbalvelden zijn grenzend aan het Wertheimplantsoen. Via de Banstraat, de Kruislaan tegenover Zeeburgia, de Kruislaan tegenover de Oosterbegraafplaats en de Middenweg, kwam Wilhelmina Vooruit in 1939 uiteindelijk terecht op Sportpark Voorland, het veld waar de club vervolgens 59 jaar lang zou blijven.
In oktober 1910 werd Wilhelmina toegelaten tot de tweede klasse van de Amsterdamse Voetbal Bond(AVB), waarin meteen het kampioenschap werd behaald. Het volgende jaar werd die prestatie herhaald in de eerste klasse, waardoor promotie naar de Nederlandse Voetbal Bond (het predicaat Koninklijk kreeg de bond pas in 1929) volgde. Omdat in de NVB al een vereniging met de naam Wilhelmina uit Den Bosch speelde, moest het Amsterdamse Wilhelmina van naam veranderen. Onder de nieuwe naam Wilhelmina Vooruit werd de club in 1912 ingedeeld in de westelijke derde klasse D. In het seizoen 1914-1915 werd Wilhelmina Vooruit ongeslagen kampioen met één punt voorsprong op het Amsterdamse DWS. Normaliter betekende dat promotie naar de tweede klasse, maar vanwege de oorlog en de mobilisatie was dat seizoen de promotie- en degradatieregeling buiten werking gesteld. “Je moet maar boffen”, verzuchtte Sajet jaren later. In 1928 degradeerde Wilhelmina Vooruit naar de vierde klasse, waarin het tot de Tweede Wereldoorlog bleef spelen.
Wilhelmina Vooruit maakte al snel naam vanwege de grootse feesten die de club hield, met toneel- en revuevoorstellingen. Op 1 augustus 1910 verscheen het eerste nummer van het clubblad ‘Onze Revue’. “Geen enkele voetbalclub in Amsterdam bezat destijds een eigen gedrukte krant; zelfs het deftige AFC had ‘slechts’ een gestencild clubnieuws”, schreef Sajet bij het vijftigjarig bestaan. Ook zeer bijzonder was de reis naar Duitsland in 1912: Wilhelmina Vooruit speelde wedstrijden in Essen en Elberfeld. Bondsbestuurders en journalisten woonden het vertrek van de trein naar het Roergebied bij. Wilhelmina Vooruit nam het initiatief tot de oprichting van een jeugdcompetitie. Voor de eigen leden werd een verplichte sportkeuring ingevoerd. Ter gelegenheid van het eerste lustrum werd het ‘Geïllustreerd Sportgedenkboek’ uitgegeven, met een voorwoord door Pierre de Coubertin (de zelf verklaarde oprichter van de moderne Olympische Spelen). Al deze gedenkwaardige prestaties werden geleverd door bestuursleden die toen nog geen eenentwintig jaar oud waren.
Wilhelmina Vooruit was meer dan een voetbalclub, het was één grote familie. Typerend voor het familiegevoel was dat aan de atletiekwedstrijden ter ere van het vijftienjarig jubileum in 1923 naast ‘werkende (=spelende) en ondersteunende leden (niet-spelende leden), ook adspiranten (jeugdleden onder 16), donatrices (niet spelende vrouwelijke leden), vrouwen, verloofden en zusters van leden’ werden uitgenodigd om deel te nemen. In dat jaar telde Wilhelmina Vooruit naast 65 spelende leden maar liefst 109 ondersteunende leden, onder wie 37 donatrices.
Wilhelmina Vooruit was een club met overwegend joodse leden, maar het joods element was niet leidend. De meeste feesten vonden plaats op zaterdag. Het grootste feest van het was de kerstfuif. Zoals oud-bestuurslid Willem Melkman het verwoordde bij het zeventigjarig bestaan: “In zijn oorsprong bestond Wilhelmina Vooruit uit een stel joodse jongens en groeide al snel uit naar een zeer gemêleerd gezelschap, half joods, half ‘arisch’, half uit de zogenaamde ‘betere’ kringen en half uit de ‘gewone’ stand. Misschien dat deze samenstelling het aparte karakter van WV met zich mee bracht.” Volgens oud-lid David van Minden stonden gezelligheid en gein bij WV voorop. Het was een gemengde club met overwegend joodse leden. De verhouding was ‘zeker negentig tegen tien’: “Het waren geen orthodoxen. Allemaal gojim, zoals wij dat noemen. Vrijzinnig dus.”.
In 1933 vierde Wilhelmina Vooruit het zilveren jubileum met een grote feestavond met de befaamde Fien de la Mar. Wilhelmina Vooruit was in Rijnland en Westfalen een populaire club geworden, maar door de politieke ontwikkelingen in Duitsland werd de bestemming van de jaarlijkse reizen in de jaren dertig verlegd naar Frankrijk.
In het seizoen 1939-1940 namen drie senioren-en twee jeugdteams namens de club deel aan de competitie. Na het op 15 september 1941 door de Duitse bezetters uitgevaardigde verbod voor joden om voortaan sportgelegenheden te betreden, staakte Wilhelmina Vooruit zijn voetbalactiviteiten. De club had toen 73 spelende leden, waarvan 61 joods.
Na de bevrijding maakte de club onder leiding van de bestuursleden Martijn Sajet, Leo van Geuns en Bob Hamel een nieuwe start. In het seizoen 1945-1946 wist Wilhelmina Vooruit één elftal op de been te brengen dat degradatie naar de AVB ternauwernood wist te voorkomen. Het ledental groeide van 40 aan het begin van het seizoen naar 53 in december. In juni 1947 telde Wilhelmina Vooruit honderd leden en nog eens honderd donateurs.
Tot 15 december 1946 moest Wilhelmina Vooruit ook zijn thuiswedstrijden spelen op vreemde bodem. Er moesten gerechtelijke uitspraken aan te pas komen om gymnastiekvereniging Zeeburg te verdrijven van het oude veld op Sportpark Voorland en de eigen doelpalen terug te krijgen.
In 1949 degradeerde Wilhelmina Vooruit naar de AVB. Daar werd het meteen kampioen, waarna om promotie/degradatie gespeeld moest worden tegen . . . vierdeklasser HEDW. De beslissende wedstrijd, die duizenden toeschouwers trok, werd gestaakt bij een 2-1 voorsprong voor HEDW, nadat scheidsrechter J. van Waalwijk van Doorn onwel werd en overleed. De KNVB besloot om beide teams toe te laten tot de vierde klasse. In 1952 promoveerde Wilhelmina Vooruit naar de derde klasse, waarin het nog speelde in 1956 toen de club fuseerde met HEDW.
Bronnen:
Jongens, vol illusies en idealen WV-HEDW 1908-2008, deel 1 Drie mooie geboorten, 1908-1945, p. 9-131
Jongens, vol illusies en idealen WV-HEDW 1908-2008, deel 2 Met nieuwe kracht het veld weer op, 1946-1967, p. 251-339